Stafdienst voor Beleidsexpertise en –ondersteuning
De zesde staatshervorming heeft met de wet van 6 januari 20141 , de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989 grondig gewijzigd. In uitvoering van de wet van 6 januari 2014 heeft de Stafdienst voor Beleidsexpertise en -ondersteuning in 2015 de methodologie voor de raming van de maandelijkse voorschotten op de gewestelijke ontvangsten uit de personenbelasting en de afrekeningsmodaliteiten voor die ontvangsten uitgewerkt en overlegd met de gewesten.
In 2015 hebben de burgers ook voor het eerst kunnen kennis maken met de gevolgen van die zesde staatshervorming op de fiscaliteit. De aangifte in de personenbelasting bevat nu een aantal codes die louter betrekking hebben op de fiscale autonomie van de gewesten. Het gaat daarbij in het bijzonder over de belastingvermindering voor de eigen woning. Bovendien vermeldt het aanslagbiljet ook de gewestelijke opcentiemen en verminderingen of vermeerderingen.
Die fiscale autonomie van de gewesten is ondertussen nog uitgebreid. Zo heeft de Dienst Reglementering in 2015 adviezen verstrekt over de technische uitvoerbaarheid van een aantal ontwerpen van decreet of ordonnantie die wijzigingen aanbrachten aan gewestelijke belastingen waarvan federale overheid de verwerking verzekert of aan de gewestelijke personenbelasting. De weerslag daarvan is terug te vinden in de aangifte 2016.
Wat de tax shift betreft, is er door de Dienst Reglementering en de Studiedienst intensief gewerkt aan de beslissingen die de regering heeft genomen. Concreet heeft de tax shift een aantal maatregelen ingevoerd die er moeten voor zorgen dat de belasting op arbeid verlaagt en dat, ter compensatie, ander belastingen verhogen (lees interview).
In eerste instantie zorgt de verhoging van de forfaitaire beroepskosten voor de verlaging van de belastingdruk op arbeid. Vervolgens wordt in een aantal stappen het tarief van de personenbelasting voor lage en middeninkomens verlaagd.
Ook de ondernemingen hebben baat bij de tax shift door de maatregelen voor de investering in hoogtechnologische producten.
De speculatiebelasting zorgt voor de compensatie. Het is een belasting op de meerwaarden op effecten die binnen de zes maanden na aankoop opnieuw worden verkocht. Vervolgens wordt ook een verhoging van de roerende voorheffing ingevoerd. Het tarief wordt eenvormig op 27 % bepaald met nog een beperkt aantal uitzonderingen aan een lager tarief. Tot slot zijn er nog maatregelen in de indirecte belastingen zoals een btw-heffing op esthetische ingrepen en verhoging van een aantal accijnzen.
In de marge van die twee grote dossiers werkte BEO ook mee aan de uitvoering van het regeerakkoord. Het gaat daarbij over een aantal punctuele maatregelen die moeten zorgen voor een meer rechtvaardige belastingheffing.
Waaronder :
- De zogeheten ‘kaaimantaks’: met die maatregel wil de regering het ontwijken of ontduiken van belasting in buitenlandse constructies tegengaan.
- De steun aan startende ondernemingen: met die maatregel wil de regering zorgen dat spaargelden die nu massaal op spaarboekjes blijven staan, toch in de Belgische economie terecht komen. Het aantal ondernemingen en jobs zou erdoor moeten stijgen.
- De regularisering van de tewerkstelling in de horecasector (flexi-jobs), in samenwerking met de collega's van de sociale sector: met die maatregel wil de regering de arbeid die nu in het illegale circuit zit, toch binnen een legale omgeving krijgen.
1 Wet tot hervorming van de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de Gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden.